BNB 2003/84
Overbrenging dubieuze vordering naar privé; kwade trouw
HR 04-10-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE8365, m.nt. R.F.C. Spek
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 oktober 2002
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Oven, van
- Zaaknummer
37 090
- Noot
R.F.C. Spek
- LJN
AE8365
- JCDI
JCDI:ADS888533:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE8365, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑10‑2002
- Wetingang
Art. 16, eerste lid, AWR; art. 7 Wet IB 1964
Essentie
Overbrenging dubieuze vordering naar privé; kwade trouw
Samenvatting
Belanghebbende was vennoot in een maatschap die in het buitenland ingenieurswerkzaamheden uitvoerde. Bij zijn uittreden uit de maatschap bleef hij recht behouden op zijn aandeel in de dubieuze vorderingen op opdrachtgevers in Saoedi-Arabië, zij het dat hij terzake slechts een vorderingsrecht kreeg tegenover de voortzetters van de maatschap en niet rechtstreeks op de opdrachtgevers. Uit dien hoofde ontving hij aanzienlijke bedragen, waarover na het verstrijken van de normale navorderingstermijn werd nagevorderd.
HR: De rechten ter zake van de dubieuze vorderingen welke belanghebbende ontleende aan de bij zijn uittreden gesloten overeenkomst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.