Aandelenfusie: 'materiële-fusie-eis' moet buiten toepassing blijven

Documentgegevens:

HR 04-02-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2409, m.nt. J.A.G. van der Geld

Instantie: Hoge Raad
Datum: 4 februari 1998
Magistraten: Jansen; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
Zaaknummer: 30074
Conclusie: Plv. P-G mr. Van Soest
Noot: J.A.G. van der Geld
LJN: AA2409
JCDI: JCDI:ADS170861:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1998:AA2409, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑1998
Wetingang: Art. 14b, tweede lid, Wet IB 1964

Essentie

Samenvatting

Vergelijk HvJ EG, zaak Leur-Bloem, BNB 1998/32.

Belanghebbende heeft zijn eenmansonderneming ingebracht in twee BV's. Eén van deze BV's draagt haar onderneming over aan een dochtervennootschap, en zal tegen uitreiking van eigen aandelen de aandelen in de andere BV verwerven. Het Hof oordeelt dat art. 14b, tweede lid, onderdeel a, Wet IB 1964 op deze aandelenruil van toepassing is.

HR: De in onderdeel b van genoemd artikel voor toepassing van de faciliteit wel, doch in de Fusierichtlijn niet gestelde eis dat een aandelenfusie ten doel heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.