BNB 2003/187
Overgangsregeling uitholling heffingsgrondslag niet voor geheel nieuwe situaties
HR 07-02-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF4123, m.nt. R.F.C. Spek
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 februari 2003
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Lourens
- Zaaknummer
38054
- Noot
R.F.C. Spek
- LJN
AF4123
- JCDI
JCDI:ADS888623:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF4123, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑02‑2003
- Wetingang
Art. II Wet van 13 december 1996, Stb. 1996, 651, jo. art. 10a Wet Vpb. 1969
Essentie
Overgangsregeling uitholling heffingsgrondslag niet voor geheel nieuwe situaties
Samenvatting
Belanghebbende is X een BV. Zij en A BV zijn verbonden lichamen in de zin van art. 10a, vierde lid, Wet Vpb. 1969. In 1998 heeft belanghebbende ten titel van kapitaalstorting een vordering op A BV verkregen. Op deze vordering heeft belanghebbende in 1998 rente ontvangen, die bij het bepalen van de winst van A BV op grond van art. 10a niet in aftrek is gekomen.
HR: Art. II van de Wet van 13 december 1996 betreft een regeling van overgangsrecht. Hieruit volgt dat dit artikel slechts betrekking heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.