FED 1997/557
Geen desinvesteringsbetalingen verschuldigd over sloopuitkering
HR 25-06-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA2188, m.nt. R.G. Franssen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 juni 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij; Soest, van
- Zaaknummer
32 468
- Noot
R.G. Franssen
- LJN
AA2188
- JCDI
JCDI:ADS22774:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2188, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑06‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA2188, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑1997
- Wetingang
Art. 61b (oud) Wet IB 1964
Essentie
Geen desinvesteringsbetalingen verschuldigd over sloopuitkering
Samenvatting
Belanghebbende heeft in 1985 geïnvesteerd in een schip. Hierover zijn investeringspremies toegekend. In 1990 is het schip aangemeld voor de sloopregeling binnenvaart. Op basis van deze regeling is aan belanghebbende een sloopuitkering toegekend. In geschil is of sprake is van een vervreemding als gevolg waarvan over deze sloopuitkering desinvesteringsbetalingen verschuldigd zouden zijn. Hof 's-Gravenhage oordeelt (in navolging van BNB 1985/143*) dat onder vervreemding moet worden verstaan 'de obligatoire overeenkomst houdende de verplichting tot levering van een zaak'. Het hof oordeelt dat belanghebbende slechts de verplichting heeft het schip te laten slopen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.