HR, 30-09-1998, nr. 33 678
ECLI:NL:HR:1998:AA2297
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30-09-1998
- Zaaknummer
33 678
- LJN
AA2297
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:1998:AA2297, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑09‑1998; (Cassatie)
- Vindplaatsen
FED 1999/301 met annotatie van M. Robben
FED 1999/333 met annotatie van M. Robben
Uitspraak 30‑09‑1998
Inhoudsindicatie
-
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 22 augustus 1997 betreffende de hem voor het jaar 1994 opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is voor het jaar 1994 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 267.542,-- met een aftrek elders belast van f 2.713,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende is van de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft die uitspraak vernietigd en de aanslag verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van f 263.317,-- met een aftrek elders belast ter grootte van 2.646/289.866 van de te heffen belasting. 2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend.
3. Beoordeling van het middel Het middel kan niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 30 september 1998 vastgesteld door de vice - president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Beukenhorst en Monné, in tegenwoordigheid van de griffier Boorsma, en op die datum in het openbaar uitgesproken.