FED 1998/752
Stakingsaftrek lijfrentepremie bij gedeeltelijke premiefinanciering
HR 26-08-1998, ECLI:NL:PHR:1998:AA2350, m.nt. P.A. Flutsch
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 augustus 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Meij; Vliet, van; Soest, van
- Zaaknummer
32 864
- Noot
P.A. Flutsch
- LJN
AA2350
- JCDI
JCDI:ADS229790:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2350, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑08‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:AA2350, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑08‑1998
- Wetingang
Essentie
Stakingsaftrek lijfrentepremie bij gedeeltelijke premiefinanciering
Samenvatting
X heeft per 1 januari 1993 zijn onderneming in de door hem opgerichte X BV (hierna: de BV) ingebracht. Ter zake van die inbreng is door X aan de BV goodwill ten bedrage van f 125 000 en overige bestanddelen met een negatieve waarde van f 11 613,24 overgedragen. Het in de BV ingebrachte ondernemingsvermogen bedraagt derhalve f 113 386,76. De stakingswinst bedraagt f 137 709 en de stand van de oudedagsreserve bedraagt f 50 120.
Blijkens een akte van 27 mei 1993 heeft X van de BV een recht op periodieke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.