V-N 1993/1128, 2
Algemene wet inzake rijksbelastingen Verhoging. Kwijtschelding van een aan een aandeelhouder opgelegde verhoging in verband met een aan zijn BV opgelegde verhoging
HR 10-03-1993, ECLI:NL:HR:1993:BH8798, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 maart 1993
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Herrmann; Fleers; Soest, Van
- Zaaknummer
28 911
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BH8798
- JCDI
JCDI:ADS895438:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:BH8798, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑03‑1993
- Wetingang
AWR art. 27
Essentie
Algemene wet inzake rijksbelastingen Verhoging. Kwijtschelding van een aan een aandeelhouder opgelegde verhoging in verband met een aan zijn BV opgelegde verhoging
Samenvatting
Art. 27, tweede lid, letter b, AWR stelt de rechter in staat te onderzoeken of, gelet op alle naar zijn oordeel in aanmerking komende omstandigheden van het geval, de inspecteur in redelijkheid tot het besluit in het geheel geen kwijtschelding te verlenen heeft kunnen komen. Het hof heeft geoordeeld dat het in de boekhouding opnemen van gefingeerde facturen, het vervolgens onttrekken van een deel van dat bedrag daarvan aan de BV en het uitdelen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.