FED 2003/79
Petrochemisch complex. Objectafbakening. Herstel onjuiste afbakening. Werktuigenvrijstelling en Rotterdams Convenant
HR 27-09-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5341, m.nt. J.A. Monsma (Raffinaderijarresten,Raffinaderijenarresten,Raffinaderij-arresten)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 september 2002
- Magistraten
Ilsink Korthals Altes; Monné; Amersfoort, van; Berge, van den; Leemreis
- Zaaknummer
34 928
- Noot
J.A. Monsma
- LJN
AD5341
- Roepnaam
Raffinaderijarresten
Raffinaderijenarresten
Raffinaderij-arresten
- JCDI
JCDI:ADS234468:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD5341, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑09‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD5341, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑09‑2002
- Wetingang
Art. 273 Gemeentewet (oud)
Essentie
Petrochemisch complex. Objectafbakening. Herstel onjuiste afbakening. Werktuigenvrijstelling en Rotterdams Convenant
Samenvatting
Belanghebbende exploiteert op 1 januari 1988 een petrochemisch complex op een terrein te Z. Op het terrein bevindt zich voorts een raffinaderij, die wordt geëxploiteerd door A BV. De raffinaderij en het petrochemische complex zijn geheel met elkaar verweven. Een deel van het terrein wordt door de huurster, D BV, onderverhuurd aan derden.
In het belastingobject waarop de aanslag betrekking heeft (het petrochemische complex) zijn ten onrechte begrepen een biotreater en een furfural extractie unit, die behoren tot het raffinaderijcomplex van A BV. Voorts zijn daarin ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.