V-N 2004/42.7
FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT. INKOMSTENBELASTING Bewijs. Passeerde het hof ten onrechte het aanbod tot getuigenbewijs?
HR 28-05-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP0229, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 mei 2004
- Magistraten
Pos; Amersfoort, van; Maanen, van
- Zaaknummer
39 269
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AP0229
- JCDI
JCDI:ADS904034:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP0229, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑05‑2004
- Wetingang
Art. 42, derde lid, Wet IB 1964; art. 8:63 en 8:77 Awb
Essentie
FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT. INKOMSTENBELASTING Bewijs. Passeerde het hof ten onrechte het aanbod tot getuigenbewijs?
Samenvatting
Belanghebbende, X, werkt voor de Luchthaven Schiphol. Vooruitlopend op de toetreding tot een lease-autoregeling ontvangt X in 1998 van zijn werkgever een onkostenvergoeding van f 5000 (€ 2269) waarop f 2500 (€ 1135) aan loonheffing wordt ingehouden. In geschil is of de vergoeding onbelast is vanwege toepassing van de autokostenfictie dan wel dat sprake is van vergoeding voor gereden zakelijke kilometers. Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de ontvangen onkostenvergoeding tot het loon behoort omdat niet gebleken is dat de ontvangen vergoeding als een integrale autokostenvergoeding is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.