V-N 1993/4055, 4
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Administratieve rechtspraak belastingzaken Omkering van de bewijslast. Bevoegdheden van de inspecteur in de beroepsfase
HR 01-12-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5526, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 december 1993
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Putt, van der-Lauwers
- Zaaknummer
29 023
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
ZC5526
- JCDI
JCDI:ADS895991:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5526, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑12‑1993
- Wetingang
Essentie
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Administratieve rechtspraak belastingzaken Omkering van de bewijslast. Bevoegdheden van de inspecteur in de beroepsfase
Samenvatting
X BV heeft nadat haar een aangiftebiljet Vpb. 1985 was uitgereikt, geen aangifte gedaan, waarna een ambtshalve aanslag is opgelegd. Bij haar beroepschrift voegt X BV een kopie van een ingevuld aangiftebiljet Vpb. 1985, met jaarrekening, waarin een negatief belastbaar bedrag is aangegeven. Tijdens de behandeling bij het hof verklaart X BV haar jaarrekening met de onderliggende administratie te kunnen onderbouwen. In geschil is de hoogte van de aanslag.
De Hoge Raad overweegt: De bewijspositie van de belastingplichtige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.