BNB 2006/184
Zaak FCE Bank. Engelse bank verricht diensten voor bijkantoor in Italië zonder eigen rechtspersoonlijkheid: niet aan BTW onderworpen
HvJ EG 23-03-2006, ECLI:EU:C:2006:196, m.nt. M.E. van Hilten
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
23 maart 2006
- Magistraten
Timmermans; Makarczyk; Silva de Lapuerta; Kuris; Arestis
- Zaaknummer
C-210/04
- Conclusie
A-G Léger
- Noot
M.E. van Hilten
- LJN
AW2506
- JCDI
JCDI:ADS889161:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2006:196, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23‑03‑2006
ECLI:EU:C:2005:582, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 29‑09‑2005
- Wetingang
Art. 2, eerste lid, Zesde BTW-Richtlijn
Essentie
Zaak FCE Bank. Engelse bank verricht diensten voor bijkantoor in Italië zonder eigen rechtspersoonlijkheid: niet aan BTW onderworpen
Samenvatting
Belanghebbende, FCE Bank, gevestigd in Engeland, verricht diensten voor haar vaste inrichting in Italië (het bijkantoor). Het bijkantoor heeft geen eigen rechtspersoonlijkheid. Volgens de Italiaanse belastingdienst zijn deze diensten in Italië aan BTW onderworpen.
HvJ EG: Een dienst is slechts belastbaar wanneer tussen de dienstverrichter en de ontvanger van de dienst een rechtsverhouding bestaat waarbij over en weer prestaties worden uitgewisseld. Daartoe moet worden onderzocht of het bijkantoor een zelfstandige economische activiteit uitoefent. Niet het bijkantoor, maar FCE Bank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.