HR, 26-04-2002, nr. 36 955

Documentgegevens:

HR 26-04-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD7773

Instantie: Hoge Raad
Datum: 26 april 2002
Zaaknummer: 36 955
LJN: AD7773
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2002:AD7773, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD7773, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑04‑2002
Wetingang: Art. 9 Wet IB 1964; art. 8 Wet Vpb 1969

Samenvatting

Een voorziening voor VUT-verplichtingen mag een werkgever niet vormen, indien vaststaat dat hij niet kan worden aangesproken voor het tekort bij de pensioenstichting. Voor toekomstige uitgaven aan de stichting mag hij ook geen voorziening vormen.

Uitspraak

Belanghebbende, X BV, is aangesloten bij de ondernemers-organisatie voor de I-werkzaamheden, K. De toepasselijke CAO voorziet in een vervroegde uittredingsregeling. De uitvoering van de VUT-regeling is opgedragen aan de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de I-werkzaamheden. De financiering van de VUT-regeling geschiedt door werkgevers en werknemers gezamenlijk en wel door een bijdrage van 3,5% van de bruto loonsom sociale verzekeringen van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.