BNB 1998/209
Bevoegdheid als procespartij op te treden. Blooteigendomsconstructie
HR 25-03-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2517, m.nt. I.J.F.A. van Vijfeijken
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 maart 1998
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers; Pos; Monné
- Zaaknummer
30438
- Noot
I.J.F.A. van Vijfeijken
- LJN
AA2517
- JCDI
JCDI:ADS170805:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2517, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑03‑1998
- Wetingang
Essentie
Bevoegdheid als procespartij op te treden. Blooteigendomsconstructie
Samenvatting
1. De procedure wordt als gevolg van de reorganisatie van de belastingdienst gevoerd door het hoofd van een andere eenheid dan de eenheid waarvan het hoofd de aanslag en de navorderingsaanslag heeft opgelegd.
HR: Art. 8 Wet ARB staat niet eraan in de weg aan te nemen dat de bevoegdheid na een ingesteld beroep processuele handelingen te verrichten, toekomt aan de functionaris die daartoe door de minister van Financiën bevoegd is verklaard.
2. De BV waarvan belanghebbende directeur en enig aandeelhouder is, heeft aan haar geleverde onroerende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.