FED 1996/37
De heffingsgrondslag naar de peildatum 1 januari 1990, geldend voor de belastingjaren 1991-1995, ondergaat geen wijziging na diverse werkzaamheden die van april tot juli 1990 voor f 50 000 zijn verricht, door de belanghebbende slechts als achterstallig onderhoud zijn aangemerkt en i.c. geen 'verbetering' vormen in de zin van art. 4, lid 2, van de verordening. De waardevermeerdering als gevolg van die werkzaamheden kan eerst op de volgende peildatum in aanmerking worden genomen.
HR 29-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3142, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 november 1995
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers
- Zaaknummer
30 898
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AA3142
- JCDI
JCDI:ADS225406:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3142, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑11‑1995
- Wetingang
Essentie
De heffingsgrondslag naar de peildatum 1 januari 1990, geldend voor de belastingjaren 1991-1995, ondergaat geen wijziging na diverse werkzaamheden die van april tot juli 1990 voor f 50 000 zijn verricht, door de belanghebbende slechts als achterstallig onderhoud zijn aangemerkt en i.c. geen 'verbetering' vormen in de zin van art. 4, lid 2, van de verordening. De waardevermeerdering als gevolg van die werkzaamheden kan eerst op de volgende peildatum in aanmerking worden genomen.
Uitspraak
Het geschil betrof 2 x 4 aanslagen in de onroerendgoedbelastingen van de gemeente Leiden voor het jaar 1992 wegens het genot krachtens eigendom, bezit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.