FED 1985/152
Belanghebbende, woonachtig in het buitenland, is aangeslagen ter zake van het vermogen van zijn hier te lande wonende echtgenote, van wie hij niet duurzaam gescheiden leeft. De Hoge Raad oordeelt dat art. 26, vierde lid, AWR mede beroep inzake de gemeente van aanslag uitsluit ingeval de aanslag is opgelegd door een niet-bevoegde inspecteur.
HR 16-01-1985, ECLI:NL:HR:1985:AW8371
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 januari 1985
- Magistraten
Dijk, Van; Vucht, Van; Varm, Van Der; Stoffer; Verburgh
- Zaaknummer
22 654
- LJN
AW8371
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Vermogensbelasting (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AW8371, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑01‑1985
- Wetingang
Art. 26 AWR Verdrag Nederland-BRD
Essentie
Belanghebbende, woonachtig in het buitenland, is aangeslagen ter zake van het vermogen van zijn hier te lande wonende echtgenote, van wie hij niet duurzaam gescheiden leeft. De Hoge Raad oordeelt dat art. 26, vierde lid, AWR mede beroep inzake de gemeente van aanslag uitsluit ingeval de aanslag is opgelegd door een niet-bevoegde inspecteur.
Uitspraak
Vaststaat:
Belanghebbende, die de nationaliteit van de Bondsrepubliek Duitsland heeft, heeft zijn woonplaats in Z in genoemde republiek. Hij is gehuwd met X die zowel de nationaliteit van de Bondsrepubliek Duitsland als de Nederlandse nationaliteit heeft. Y houdt een gedeelte van het jaar verblijf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.