FED 1994/741
De inspecteur weigert een aanslag tot teruggaaf van voorheffingen op te leggen. De gevallen waarin een wettelijke termijn in acht is genomen en die waarin dat is nagelaten kunnen niet als gelijke gevallen worden aangemerkt. Evenmin ligt aan de door de staatssecretaris vastgestelde drempel van f 1000 een willekeurige of onredelijke belangenafweging ten grondslag.
HR 26-10-1994, ECLI:NL:HR:1994:AA2950, m.nt. J.A. Smit
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 oktober 1994
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Fleers
- Zaaknummer
29136
- Noot
J.A. Smit
- LJN
AA2950
- JCDI
JCDI:ADS213671:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AA2950, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑10‑1994
- Wetingang
Essentie
De inspecteur weigert een aanslag tot teruggaaf van voorheffingen op te leggen. De gevallen waarin een wettelijke termijn in acht is genomen en die waarin dat is nagelaten kunnen niet als gelijke gevallen worden aangemerkt. Evenmin ligt aan de door de staatssecretaris vastgestelde drempel van f 1000 een willekeurige of onredelijke belangenafweging ten grondslag.
Uitspraak
Het geschil betrof het besluit voor het jaar 1986 aan belanghebbende geen aanslag in de inkomstenbelasting op te leggen en verrekening van voorheffingen achterwege te laten.
Vaststaat:
Belanghebbende verzoekt bij brief van 20 november 1989 aan het Ministerie van Financiën om de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.