FED 1993/128
Belanghebbende, een voetbalvereniging, heeft bedragen ontvangen in verband met de transfer van een tweetal spelers naar buitenlandse clubs. In geschil is of over deze bedragen Nederlandse BTW verschuldigd is. Hoge Raad: het bedrag van de transfersommen vormt de vergoeding voor een door belanghebbende in Nederland verrichte prestatie. De stelling dat diensten die met sportieve prestaties in de zin van art. 9, tweede lid, letter c, Zesde richtlijn samenhangen in alle gevallen dienen te worden gelocaliseerd ter plaatse waar de sportieve prestaties wordt verricht, vindt geen steun in die bepaling.
HR 16-12-1992, ECLI:NL:HR:1992:AA7056, m.nt. M.E. van Hilten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1992
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Korthals Altes; Putt-Lauwers, Van Der
- Zaaknummer
27 969
- Noot
M.E. van Hilten
- LJN
AA7056
- JCDI
JCDI:ADS209899:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:AA7056, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1992
- Wetingang
Art. 6, lid 2c, Wet OB 1968; art. 9, lid 2c Zesde richtlijn
Essentie
Belanghebbende, een voetbalvereniging, heeft bedragen ontvangen in verband met de transfer van een tweetal spelers naar buitenlandse clubs. In geschil is of over deze bedragen Nederlandse BTW verschuldigd is. Hoge Raad: het bedrag van de transfersommen vormt de vergoeding voor een door belanghebbende in Nederland verrichte prestatie. De stelling dat diensten die met sportieve prestaties in de zin van art. 9, tweede lid, letter c, Zesde richtlijn samenhangen in alle gevallen dienen te worden gelocaliseerd ter plaatse waar de sportieve prestaties wordt verricht, vindt geen steun in die bepaling.
Uitspraak
Het geschil betrof de aangifte omzetbelasting over het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.