FED 1995/622:Belanghebbende heeft als werknemer steekpenningen aangenomen. Hiervoor werd hij strafrechtelijk vervolgd en veroordeeld op grond van art. 328ter, lid 1, Wetboek van Strafrecht. Voorts heeft belanghebbende deze inkomsten niet in zijn aangiftebelasting verantwoord. De inspecteur legt een navorderingsaanslag op met een boete die kwijtgescholden wordt tot op vijftig procent. Na het onherroepelijk worden van het strafvonnis verzoekt belanghebbende de inspecteur op grond van artikel 18, lid 4, AWR de boete te laten vervallen. De Hoge Raad is van oordeel dat geen sprake is van cumulatie van een fiscale boete met een strafrechtelijke vervolging.