FED 2004/578
HR, 15-10-2004, nr. 38059
HR 15-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AI0676
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 oktober 2004
- Magistraten
Groeneveld
- Zaaknummer
38059
- LJN
AI0676
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AI0676, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AI0676, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑10‑2004
- Wetingang
Art. 15, eerste lid, onderdeel e, Wet BRV; gelijkheidsbeginsel
Samenvatting
Valt inbreng onroerende zaken in commanditaire vennootschap onder vrijstelling overdrachtsbelasting?
Uitspraak
Volgens de Hoge Raad is Hof Amsterdam bij de beoordeling van de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting te kort door de bocht gegaan met zijn oordeel dat de door belanghebbende met andere vennootschappen tot stand gebrachte commanditaire vennootschap niet is aan te merken als een vennootschap in burgerrechtelijke zin. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof 's-Gravenhage.
Op 30 juni 1997 zijn belanghebbende, X BV, G BV en een tiental andere vennootschappen een commanditaire vennootschap aangegaan, F CV. X BV en G BV treden daarbij op als beherende vennoten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.