FED 2004/491
Hof heeft niet gemotiveerd waarom een brief een factuur vormt in de zin van art. 37 Wet OB 1968 en is met het oordeel dat een dienst is verricht buiten de grenzen van het geschil getreden
HR 20-02-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO4205, m.nt. K.M. Braun
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 februari 2004
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Berge, van den
- Zaaknummer
38 594
- Noot
K.M. Braun
- LJN
AO4205
- JCDI
JCDI:ADS234917:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO4205, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑02‑2004
- Wetingang
Art. 37 Wet OB 1968
Essentie
Hof heeft niet gemotiveerd waarom een brief een factuur vormt in de zin van art. 37 Wet OB 1968 en is met het oordeel dat een dienst is verricht buiten de grenzen van het geschil getreden
Samenvatting
C heeft onder eigendomsvoorbehoud goederen geleverd aan A. De in rekening gebrachte vergoeding is niet voldaan als A failliet gaat. Belanghebbende is de kredietverzekeraar van C en heeft de vorderingen van C op A overgenomen. In dat kader heeft belanghebbende een overeenkomst met betrekking tot de afwikkeling van die vordering gesloten met B (die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.