BNB 1980/278
HR, 22-07-1980, nr. 19 968
HR 22-07-1980, ECLI:NL:HR:1980:AW9922, m.nt. H.J. Hofstra
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juli 1980
- Magistraten
Dijk, Van; Reynders; Vucht, Van; Vorm, Van Der; Bloembergen
- Zaaknummer
19 968
- Noot
H.J. Hofstra
- LJN
AW9922
- JCDI
JCDI:ADS885762:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1980:AW9922, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑07‑1980
- Wetingang
(Art. 273 Gemeentewet jo. art. 5, lid 1, Besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen; Verord. onroerend-goedbelastingen gem. Stadskanaal)
Samenvatting
In geschil is de waarde in het economische verkeer voor de toepassing van de gem. onroerend-goedbelasting m.b.t. een zuiveringsinstallatie (object a) en een rioolgemaal (object e), beide in feitelijk gebruik bij de provincie.
HR: Blijkens art. 5, eerste lid, Besl. gem. onroerend-goedbelastingen dient de waarde te worden bepaald door uit te gaan van de veronderstelling dat het onroerend goed zou worden verkocht. Met dit voorschrift is beoogd de waardebepaling objectief te doen zijn in dier voege dat de bestemming, welke de tegenwoordige eigenaar of gebruiker aan het goed heeft gegeven, als waardebepalende factor wordt uitgeschakeld. Derhalve mag noch ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.