HR, 13-11-1996, nr. 30 136: aanmerkelijk belang nationaliteit

Documentgegevens:

HR 13-11-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AA1786, m.nt. P.J. Wattel (aanmerkelijk belang nationaliteit)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 13 november 1996
Magistraten: Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van
Zaaknummer: 30 136
Conclusie: A-G mr. Van den Berge
Noot: P.J. Wattel
LJN: AA1786
Roepnaam: aanmerkelijk belang nationaliteit
JCDI: JCDI:ADS887659:1
Vakgebied(en): Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1996:AA1786, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑11‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AA1786, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑11‑1996
Wetingang: Algemeen en art. 7, 67 en 221 EEG-Verdrag; art. 26 IVBPR; art. 13, paragraaf 5, Overeenkomst Nederland-België t.v.v.d.b.

Samenvatting

Indien een Staat bij de personele begrenzing van zijn belastinggebied het nationaliteitsbeginsel volgt, kan in zijn algemeenheid niet worden gezegd dat dit leidt tot een verschil in behandeling ten nadele van zijn onderdanen, waarvoor objectieve en redelijke gronden ontbreken.

Dit mede in aanmerking genomen is in een geval waarin een persoon zijn woonplaats heeft in de ene staat en voordelen geniet, die hun oorsprong vinden in de andere staat, geen sprake van een ongeoorloofde discriminatie indien ingevolge een tussen die staten gesloten overeenkomst ter zake van die voordelen slechts in één der staten belasting kan worden geheven en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.