BNB 2001/396
Inbreng in BV maakt deel uit van geheel van rechtshandelingen, gericht op liquidatie van in Nederland gedreven onderneming. Art. 18 kan niet worden toegepast
HR 14-07-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6524, m.nt. A.C. Rijkers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juli 2000
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
35067
- Noot
A.C. Rijkers
- LJN
AA6524
- JCDI
JCDI:ADS888377:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6524, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑07‑2000
- Wetingang
Art. 18 Wet IB 1964
Essentie
Inbreng in BV maakt deel uit van geheel van rechtshandelingen, gericht op liquidatie van in Nederland gedreven onderneming. Art. 18 kan niet worden toegepast
Samenvatting
Belanghebbende oefende met zijn zoon in firmaverband op eigen schepen een visserijbedrijf uit. Die schepen zijn in 1994 verkocht. In juli 1994 sloten belanghebbende en zijn zoon een overeenkomst tot oprichting van een BV. In september 1994 verwierf die op te richten BV alle aandelen in BVBA L gevestigd te R (België). Die vennootschap richtte in 1995 een in België gevestigde NV op waaraan in 1996 een nieuw gebouwd vissersschip geleverd werd. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.