FED 1995/810
De gemeente Tilburg hief in 1992 vanaf juni rioolafvoerrecht van gebruikers van niet-woonruimten voor zover daaruit meer dan 145 m3 werd afgevoerd. Van de geraamde 68 547 aangesloten eigendommen zijn er 819 in de heffing van het afvoerrecht betrokken. Hof: Bij de gekozen forfaitaire tariefopbouw past het niet dat 98,8% van de gebruikers die samen ten minste de helft van de totale relevante hoeveelheid afvalwater afvoeren, buiten de heffing vallen. Een dergelijke heffing komt in strijd met de proportionaliteitseis die besloten ligt in het karakter van een gebruiksretributie. HR: Hierin ligt besloten dat de Verordening onverbindend is wegens strijd met het in art. 1 van de Grondwet tot uitdrukking gebrachte algemene rechtsbeginsel dat gelijke gevallen gelijk moeten worden behandeld. Dit oordeel is juist. Het hof heeft daarbij terecht buiten beschouwing gelaten hoe in samenhang met het in de gemeente tevens geheven rioolaansluitingsrecht de totale kosten van de riolering zijn verdeeld over de verschillende categorieën gebruikers. Het gaat immers om twee verschillende retributies, die dienen tot dekking van verschillende kosten.
HR 20-09-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3102, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 september 1995
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
30 567
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AA3102
- JCDI
JCDI:ADS225261:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3102, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑09‑1995
- Wetingang
Essentie
De gemeente Tilburg hief in 1992 vanaf juni rioolafvoerrecht van gebruikers van niet-woonruimten voor zover daaruit meer dan 145 m3 werd afgevoerd. Van de geraamde 68 547 aangesloten eigendommen zijn er 819 in de heffing van het afvoerrecht betrokken. Hof: Bij de gekozen forfaitaire tariefopbouw past het niet dat 98,8% van de gebruikers die samen ten minste de helft van de totale relevante hoeveelheid afvalwater afvoeren, buiten de heffing vallen. Een dergelijke heffing komt in strijd met de proportionaliteitseis die besloten ligt in het karakter van een gebruiksretributie. HR: Hierin ligt besloten dat de Verordening onverbindend is wegens strijd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.