V-N 2009/48.20
INVORDERING. SUCCESSIEWET Inwoner Canada heeft op grond van EG-recht ook recht op bedrijfsopvolgingsfaciliteiten
HR 25-09-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BD0236, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 september 2009
- Magistraten
Lourens; Bavinck; Leemreis; Overgaauw; Fierstra
- Zaaknummer
43874
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BD0236
- JCDI
JCDI:ADS907517:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BD0236, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑09‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BD0236, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑2009
- Wetingang
Essentie
INVORDERING. SUCCESSIEWET Inwoner Canada heeft op grond van EG-recht ook recht op bedrijfsopvolgingsfaciliteiten
Samenvatting
Belanghebbende, woonachtig in Canada, verkreeg in 2001 van zijn vader, die ten tijde van zijn overlijden in Nederland woonde, 4,13% van de aandelen in een in Nederland gevestigde B.V. In de procedure staat centraal of belanghebbende recht heeft op de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten als bedoeld in art. 25 en 26 Invorderingswet. De ontvanger heeft de faciliteiten niet toegekend aan belanghebbende, maar wel aan zijn in Nederland woonachtige broers en zussen, die eveneens aandelen hebben verkregen. Hof Arnhem heeft de ontvanger in het gelijk gesteld.
De Hoge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.