BNB 1954/333
HR, 29-09-1954, nr. 11 987
HR 29-09-1954, ECLI:NL:HR:1954:AY2965, m.nt. M.A. Wisselink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 september 1954
- Magistraten
Nypels; Dubois; Rijn Van Alkemade, Van; Wiarda; Loos, Van Der
- Zaaknummer
11 987
- Noot
M.A. Wisselink
- LJN
AY2965
- JCDI
JCDI:ADS884083:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1954:AY2965, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑09‑1954
- Wetingang
(Art. 4 (6) a Bhz. '47)
Samenvatting
Ook al neemt een in algehele gemeenschap van goederen gehuwde vrouw met haar man deel aan de uitoefening van het tot de gemeenschap behorende bedrijf, dan wordt dit bedrijf niet voor de helft voor rekening van de vrouw uitgeoefend, doch is het rechtens niet anders dan het bedrijf van de man.
Bij de dood van de man is er geen sprake van een "wettelijk veronderstelde overgang van de bedrijfsuitoefening op de echtgenote".
Uitspraak
De Hoge Raad enz.
Gezien het beroepschrift in cassatie van de erven X te Z tegen de uitspraak van den Raad van Beroep te Roermond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.