BNB 1991/204
HR, 27-03-1991, nr. 26 409: nagekomen Turkse bate
HR 27-03-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC4541, m.nt. Van Brunschot (nagekomen Turkse bate)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 maart 1991
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Baardman; Bellaart; Korthals Altes
- Zaaknummer
26 409
- Noot
Van Brunschot
- LJN
ZC4541
- Roepnaam
nagekomen Turkse bate
- JCDI
JCDI:ADS886849:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC4541, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑03‑1991
- Wetingang
(Art. 2, tweede lid letter a, jo. art. 7 Besluit voorkoming dubbele belasting)
Samenvatting
Winst op vordering, resterende uit vroegere vaste inrichting in Turkije, behoort in beginsel nog tot het buitenlandse onzuivere inkomen
Belanghebbende, een NV, heeft in vroegere jaren in Turkije werken aangenomen, welke toentertijd een vaste inrichting vormden. Daaruit resteerde een vordering, welke nadien geleidelijk tot nihil is afgewaardeerd. Niettemin heeft belanghebbende tenslotte op deze vordering nog een bedrag ontvangen.
HR: er is geen aanleiding voor de veronderstelling dat het karakter van de vordering in de loop der tijd een wijziging heeft ondergaan. Dit brengt mee dat waardeveranderingen van de vordering, voor zover zij niet de uitdrukking zijn van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.