FED 2005/73
De combinatie van rechter-plaatsvervanger en professionele belangenbehartiger kan in strijd zijn met art. 6, eerste lid, EVRM
EHRM 23-11-2004, ECLI:NL:XX:2004:AS5093, m.nt. E. Thomas
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
23 november 2004
- Magistraten
Bratza; Pellonpää; Stránická; Casadevall; Pavlovschi; Borrego; Borrego; Fura-Sandström
- Zaaknummer
54 857/00
- Noot
E. Thomas
- LJN
AS5093
- JCDI
JCDI:ADS235145:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2004:AS5093, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 23‑11‑2004
- Wetingang
Art. 6, eerste lid, EVRM
Essentie
De combinatie van rechter-plaatsvervanger en professionele belangenbehartiger kan in strijd zijn met art. 6, eerste lid, EVRM
Samenvatting
Een systeem waarin rechters niet worden herinnerd aan hun vroegere betrokkenheid bij voormalige cliënten kan problemen opleveren. De taak van het EHRM is echter beperkt tot de beoordeling of van enige partijdigheid blijkt in de door de klagers aangevoerde nationale procedure(s), zodat in dit geval geen sprake is van schending van art. 6, eerste lid, EVRM. (Klacht ongegrond.)
Uitspraak
1 Feiten (samenvatting)
De klagers, waren eigenaren van een bedrijf genaamd Konekerssantti Oy (hierna: de leverancier), dat was betrokken in een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.