FED 1995/502
De maatstaf van heffing van het artikel dat de leverancier zonder bijbetaling levert aan een persoon die zichzelf of een ander als potentiële nieuwe klant aanmeldt, verschilt van de maatstaf van heffing van de door de nieuwe klant bij dezelfde leverancier gekochte goederen. Eerstbedoelde maatstaf van heffing moet namelijk worden gesteld op de door de leverancier voor dat artikel betaalde aankoopprijs.
HvJ EG 02-06-1994, ECLI:EU:C:1994:225, m.nt. D.B. Bijl
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
2 juni 1994
- Magistraten
Mancini; Kakouris; Schockweiler; Kapteyn; Murray; Gerven, van
- Zaaknummer
C-33/93
- Noot
D.B. Bijl
- LJN
AW1697
- JCDI
JCDI:ADS224829:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1994:225, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 02‑06‑1994
ECLI:EU:C:1994:106, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 16‑03‑1994
- Wetingang
art. 11 A lid 1 onder a Zesde BTW-Richtlijn
Essentie
De maatstaf van heffing van het artikel dat de leverancier zonder bijbetaling levert aan een persoon die zichzelf of een ander als potentiële nieuwe klant aanmeldt, verschilt van de maatstaf van heffing van de door de nieuwe klant bij dezelfde leverancier gekochte goederen. Eerstbedoelde maatstaf van heffing moet namelijk worden gesteld op de door de leverancier voor dat artikel betaalde aankoopprijs.
Uitspraak
Arrest
1. Bij Beschikking van 14 januari 1993, ingekomen bij het Hof op 4 februari daaraanvolgend, hebben de Value Added Tax Tribunals, Manchester Tribunal Centre, het Hof krachtens art. 177 EEG-Verdrag twee prejudiciële vragen gesteld over ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.