BNB 2005/18
Bekrachtiging van door (mogelijk) onbevoegde vertegenwoordiger ingediend beroepschrift
HR 17-09-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR2310, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 september 2004
- Magistraten
Monné; Amersfoort, van; Oven, van
- Zaaknummer
38 468
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AR2310
- JCDI
JCDI:ADS888880:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR2310, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑09‑2004
- Wetingang
Essentie
Bekrachtiging van door (mogelijk) onbevoegde vertegenwoordiger ingediend beroepschrift
Samenvatting
In naam van belanghebbende, een woningbouwvereniging, is beroep bij het Hof ingesteld door haar toenmalige directeur D. Het Hof heeft tot uitdrukking gebracht dat, al zou D daartoe niet bevoegd zijn geweest, dit niet tot niet-ontvankelijkheid leidt nu de huidige tot vertegenwoordiging bevoegde directeur dit beroep heeft bekrachtigd.
HR: De omstandigheid dat de huidige directeur pas na het instellen van het beroep bevoegd werd, is niet van belang. De door het Hof aangenomen bekrachtiging van de handeling van D, gesteld al dat D destijds onbevoegd was om namens belanghebbende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.