BNB 2010/150
Landbouwvrijstelling. De waarde in het economische verkeer van tussen onafhankelijke derden verhandelde landbouwgrond moet in beginsel worden gesteld op de waarde van de tegenprestatie van de koper
HR 05-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL6446
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 maart 2010
- Magistraten
Lourens; Bavinck; Leemreis; Overgaauw; Loon, van
- Zaaknummer
08/03683
- LJN
BL6446
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL6446, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑03‑2010
- Wetingang
Art. 7 en art. 8, eerste lid, onderdeel b, Wet IB 1964
Essentie
Landbouwvrijstelling. De waarde in het economische verkeer van tussen onafhankelijke derden verhandelde landbouwgrond moet in beginsel worden gesteld op de waarde van de tegenprestatie van de koper
Samenvatting
Belanghebbende, landbouwer, heeft in november 1999 een deel van zijn landbouwgrond verkocht aan projectontwikkelaar B voor ƒ 950 000, waarvan ƒ 200 000 te betalen bij de levering en het restant in 20 termijnen. De onderneming is gestaakt per 31 mei 2000. De contante waarde van die termijnbedragen was in 2000 te stellen op ƒ 678 148. Tijdens overleg over de fiscale gevolgen van de verkoop stelt de Belastingdienst zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.