Inhoudsopgave
WFR 2003/43:Enige aspecten van het vaste-inrichtingsbegrip in het dienstbetrekkingartikel uit de belastingverdragen
WFR 2003/43
Enige aspecten van het vaste-inrichtingsbegrip in het dienstbetrekkingartikel uit de belastingverdragen
Beschouwing naar aanleiding van HR 12 oktober 2001, nr. 35 749, BNB 2002/125c*
Documentgegevens:
Prof. mr. M.J. Ellis en mr. F.P.G. PÖtgens , datum 01-01-2003
- Datum
01-01-2003
- Auteur
Prof. mr. M.J. Ellis en mr. F.P.G. PÖtgens 1
- JCDI
JCDI:ADS182506:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
- Wetingang
art. 15 lid 2 OESO-modelverdrag 1992; art. 15 lid 2 OESO-modelverdrag 1992
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In deze bijdrage bespreken de auteurs HR 12 oktober 2001, 35 749, BNB 2002/125. In dit arrest verduidelijkt de Hoge Raad het ten laste komen van een beloning van de vaste inrichting die de werkgever heeft in de werkstaat (art. 15, tweede lid, onderdeel c, OESO-modelverdrag) in vergelijking tot zijn eerdere jurisprudentie (BNB 1999/267). Daarbij verwijst de Hoge Raad tevens naar de strekking van deze bepaling. De auteurs schetsen een aantal consequenties die de visie van de Hoge Raad meebrengt (onder meer in driehoekssituaties).
1. Inleiding
In deze bijdrage bespreken wij HR 12 oktober 2001, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.