FED 1996/683:Hoewel de inspecteur aannemelijk acht dat belanghebbende zijn beroepschrift vóór het einde van de beroepstermijn ter post heeft bezorgd, oordeelt Hof Arnhem dat belanghebbendes verzet tegen de voorzittersbeschikking, waarbij hij in zijn beroep niet-ontvankelijk werd verklaard, ongegrond is. Vanwege de stellingname van de inspecteur had het hof het tijdstip waarop het beroepschrift ter post is bezorgd, als een ten processe vaststaand feit moeten beschouwen. Op deze grond oordeelt de Hoge Raad dat de klacht gegrond is en de zaak alsnog door Hof Arnhem in behandeling moet worden genomen.