Tijdelijk verblijf minder dan 183 dagen. Toerekeningsbreuk

Documentgegevens:

HR 29-09-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC3702, m.nt. I.J.J. Burgers (tijdelijk verblijf 1)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 29 september 1999
Magistraten: Stoffer; Zuurmond; Pos; Beukenhorst; Kop
Zaaknummer: 34 482
Conclusie: A-G mr. Van den Berge
Noot: I.J.J. Burgers
LJN: ZC3702
Roepnaam: tijdelijk verblijf 1
JCDI: JCDI:ADS888094:1
Vakgebied(en): Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1999:ZC3702, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑09‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZC3702, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑02‑1999
Wetingang: Art. 10, 20 Belastingverdrag Nederland-Duitsland 1959

Essentie

Samenvatting

Belanghebbende, woonachtig in Nederland, verbleef in 1994 evenals in voorgaande jaren voor zijn in dienstbetrekking verrichte werkzaamheden ten behoeve van een in Nederland gevestigde werkgever een aantal dagen (in 1994: 16) in Duitsland. Art. 10 Verdrag brengt mee dat geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting kan worden verleend, indien belanghebbende 'tijdelijk in totaal niet meer dan 183 dagen gedurende een kalenderjaar' in Duitsland heeft verbleven.

HR: Een uitleg die recht doet aan de kennelijke strekking van de onderwerpelijke bepaling en aan het gebruik van het woord 'tijdelijk', met inachtneming ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.