FED 2004/244
HR, 23-04-2004, nr. 38 262
HR 23-04-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AL8260
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 2004
- Zaaknummer
38 262
- LJN
AL8260
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AL8260, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AL8260, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2004
- Wetingang
Art. 24 Wet IB 1964; gelijkheidsbeginsel; vertrouwensbeginsel
Samenvatting
Geen strijd met gelijkheidsbeginsel; bewijsrisico ligt bij belanghebbende bij beroep op meerderheidsregel.
Uitspraak
De Hoge Raad oordeelt in navolging van Hof Amsterdam dat de opbrengsten uit spaarbiljetten door de inspecteur terecht in de heffing werden betrokken. Het hof heeft de bewijslast juist verdeeld toen het oordeelde dat de erven van belanghebbende niet aannemelijk hebben gemaakt dat het landelijk gevoerde beleid met betrekking tot de spaarbiljetten zou hebben ingehouden dat met betrekking tot een deel van de spaarbiljetten niet werd geheven. Indien geen sprake is van begunstigend beleid, maar van in de uitvoeringssfeer gemaakte fouten, komt toetsing van beleid aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.