V-N 2010/66.5:FISCAAL BESTUURSRECHT. VENNOOTSCHAPSBELASTING. INKOMSTENBELASTING Toetsing standaardvoorwaarde in vpb-sfeer na geruisloze inbreng

V-N 2010/66.5

FISCAAL BESTUURSRECHT. VENNOOTSCHAPSBELASTING. INKOMSTENBELASTING Toetsing standaardvoorwaarde in vpb-sfeer na geruisloze inbreng

Documentgegevens:

HR 17-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BO7489, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad (Belastingkamer)
Datum: 17 december 2010
Magistraten: Lourens; Bavinck; Leemreis; Overgaauw; Loon, van
Zaaknummer: 09/01580
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: BO7489
JCDI: JCDI:ADS23561:1
Vakgebied(en): Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2010:BO7489, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2010
ECLI:NL:HR:2010:BO7489, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑2010
Wetingang: Art. 3.65 Wet IB 2001; art. 8 Wet VPB 1969

Essentie

Samenvatting

A heeft per 1 december 2000 zijn persoonlijke onderneming, met een 50%-deelneming in B bv, geruisloos ingebracht in X holding bv, waarvan hij enig aandeelhouder is. Het verzoek van A om toepassing van de geruisloze inbreng is door de inspecteur ingewilligd op basis van de standaardvoorwaarden van 24 september 1997, nr. DB97/2950M (hierna: svw). Hierin is onder meer opgenomen dat de deelnemingsvrijstelling geen toepassing vindt op positieve voordelen uit hoofde van een deelneming tot het bedrag waarmee op het overgangstijdstip de waarde in het economische verkeer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.