BNB 1994/88
HR, 19-01-1994, nr. 29 237
HR 19-01-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC5571, m.nt. Van Dijck
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 januari 1994
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
29 237
- Noot
Van Dijck
- LJN
ZC5571
- JCDI
JCDI:ADS887192:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC5571, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑01‑1994
- Wetingang
Art. 24 Wet IB 1964
Samenvatting
Kasgeldconstructie
Reeds bij de aanvang van de ten processe bedoelde transacties in 1978 heeft bij belanghebbende en zijn mede-aandeelhouders de bedoeling voorgezeten om na verloop van tijd als sluitstuk van een reeks onderling samenhangende en op elkaar afgestemde transacties met behoud van ieders belang bij de aanvankelijk door de BV gedreven onderneming de aandelen van die vennootschap te verkopen aan een bank.
HR: voor het aannemen van een samenhangend geheel van rechtshandelingen is in een geval waarin, zoals hier, een reeks rechtshandelingen is beoogd en die rechtshandelingen ook daadwerkelijk zijn ten uitvoer gelegd, niet van belang dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.