FED 2009/77
Inbreng van louter passieve beleggingen vormt geen inbreng van een zelfstandig onderdeel van de onderneming van de inbrenger
HR 03-04-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BD1031, m.nt. J.C. van Straaten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 april 2009
- Magistraten
Vliet, van; Lourens; Bavinck; Leemreis; Overgaauw
- Zaaknummer
43634
- Noot
J.C. van Straaten
- LJN
BD1031
- JCDI
JCDI:ADS199239:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BD1031, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BD1031, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2009
- Wetingang
Art. 37 Wet BRV
Essentie
Inbreng van louter passieve beleggingen vormt geen inbreng van een zelfstandig onderdeel van de onderneming van de inbrenger
Samenvatting
Inbreng van louter passieve beleggingen vormt geen inbreng van een zelfstandig onderdeel van de onderneming van de inbrenger; geen van kapitaalsbelasting vrijgestelde bedrijfsfusie in de zin van art. 37, eerste lid, onderdeel a jo. art. 37, tweede lid, onderdeel b, WBR (oud). Toezeggingen van de inspecteur gedaan voor aanvang van een hergroeperingsproces. Wijziging standpunt dienaangaande tijdens proces: mogelijk schending van vertrouwens- en zorgvuldigheidsbeginsel.
Uitspraak
Het geschil betreft de aangifte kapitaalsbelasting over tijdvak augustus 2000.
OP HET BEROEP IN CASSaTIE ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.