FED 2003/104
Deelnemingsvrijstelling van toepassing op ontvangen callpremie of betaalde putpremie. Calloptiehouder en putoptiehouder hebben afgeleid recht op deelnemingsvrijstelling OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWOOG DE HOGE RAAD:
HR 22-11-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD8488, m.nt. R.P.F.M. Hafkenscheid (Falcons-arrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 november 2002
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Oven, van
- Zaaknummer
36 272
- Conclusie
A-G mr. Wattel
- Noot
R.P.F.M. Hafkenscheid
- Roepnaam
Falcons-arrest
- JCDI
JCDI:ADS234365:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD8488, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD8488, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑11‑2002
- Wetingang
Art. 13 Wet VPB
Essentie
Deelnemingsvrijstelling van toepassing op ontvangen callpremie of betaalde putpremie. Calloptiehouder en putoptiehouder hebben afgeleid recht op deelnemingsvrijstelling OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWOOG DE HOGE RAAD:
Uitspraak
3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1 Bij oprichting van A NV eind 1986 nam belanghebbende in deze vennootschap deel voor 100 000 van de in totaal uitgegeven 1 miljoen gewone aandelen en 6250 van de in totaal uitgegeven 40 000 preferente aandelen, waardoor haar totale belang in A NV 15,11% van het kapitaal bedroeg. A NV werd opgericht voor de verwerving van het gehele belang ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.