V-N 1997/2586, 7
INKOMSTENBELASTING. VENNOOTSCHAPSBELASTING Vervangingsreserve. Vervanging van verhuurd pand. Beoordelingsmoment
HR 01-07-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2197, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 juli 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij; Soest, van
- Zaaknummer
32165
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA2197
- JCDI
JCDI:ADS898776:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:1997:AA2197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑1997
ECLI:NL:HR:1997:AA2197, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑07‑1997
- Wetingang
Essentie
INKOMSTENBELASTING. VENNOOTSCHAPSBELASTING Vervangingsreserve. Vervanging van verhuurd pand. Beoordelingsmoment
Samenvatting
X BV vormde tot en met 1991 een fiscale eenheid ex art. 15 Wet Vpb. 1969 met A BV. X BV verhuurde een haar in eigendom toebehorend gebouw aan A BV, die daarin haar (garage)bedrijf uitoefende. Bij overeenkomst van 12 september 1991 verkocht X BV het gebouw aan een derde. De levering vond plaats op 14 september 1992. Met ingang van 1 januari 1992 is in verband met een herstructurering in het kader van bedrijfsopvolging de fiscale eenheid tussen X BV en A BV verbroken. In de loop van 1992 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.