FED 1989/624
Inruilregeling moet ruim worden geinterpreteerd.
HR 30-08-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4096, m.nt. J.W. Verstraate
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 augustus 1989
- Magistraten
Royer; Jansen; Baardman; Bellaart; Korthals Altes; Soest, Van
- Zaaknummer
25 210
- Noot
J.W. Verstraate
- LJN
ZC4096
- JCDI
JCDI:ADS239029:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC4096, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑08‑1989
- Wetingang
Art. 8 Wet OB 1968, art. 4 Uitv. besch. OB 1968
Essentie
Inruilregeling moet ruim worden geinterpreteerd.
Uitspraak
Het geschil betrof de naheffingsaanslag omzetbelasting 1979-1984.
Vaststaat:
Belanghebbende, X BV te Z, oefent het automobielbedrijf uit en is als zodanig ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 - hierna: de wet.
Bij een in 1984 vanwege de inspecteur bij belanghebbende ingesteld onderzoek naar alle facturen betreffende de handel in automobielen werd geconstateerd dat in een aantal gevallen de zogenaamde inruilregeling is toegepast op transacties waarbij twee auto's werden ingeruild bij aankoop van een nieuwe of waarbij een auto met een grijs kenteken of een motorfiets werd ingeruild ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.