Buitenlandertarief in strijd met art. 48 EU-verdrag

Documentgegevens:

HR 02-07-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA2261, m.nt. J. van de Merwe

Instantie: Hoge Raad
Datum: 2 juli 1997
Magistraten: Stoffer; Zuurmond; Fleers; Pos; Beukenhorst; Berge, van den
Zaaknummer: 29 360
Noot: J. van de Merwe
LJN: AA2261
JCDI: JCDI:ADS227503:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Loonbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1997:AA2261, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑07‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA2261, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑07‑1997
Wetingang: Art. 20b Wet LB 1964; art. 53b Wet IB 1964; art. 48 EU-verdrag

Essentie

Samenvatting

In het Asscher-arrest heeft het HvJ EG geoordeeld dat het buitenlandertarief in strijd is met art. 52 EG-verdrag. Nu - voor zover hier van belang - art. 48 EG-verdrag op dezelfde beginselen is gebaseerd als art. 52 EG-verdrag, moet worden geoordeeld dat ook art. 48 EG-verdrag zich verzet tegen toepassing van het buitenlandertarief.

Uitspraak

Het geschil betreft de inhouding van loonbelasting over de vierde vierwekenperiode van 1990.

VASTSTAAT:

Belanghebbende, woonachtig te Z, België, was in het onderhavige tijdvak enig direkteur van A NV, een Belgische vennootschap, gevestigd te R België. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.