FED 1986/946:Een Zwitserse AG claimt investeringsaftrek. De inspecteur vraagt nadere inlichtingen o.a. met betrekking tot de (middellijke) aandeelhouders van de AG en verzoekt om overlegging van de jaarstukken van de AG. Belanghebbende verschaft niet (tijdig) de gevraagde gegevens en legt haar jaarstukken niet over. Het hof oordeelt dat er voldoende bekende gegevens zijn, zodat er geen reden is om nadere gegevens van belanghebbende te verlangen. De Hoge Raad acht dit oordeel onjuist. Van belang is slechts dat het gevraagde op zichzelf beschouwd van belang kan zijn voor de belastingheffing van de betrokken belastingplichtige. Wel is de inspecteur bij de uitoefening van de hem in art. 47 AWR toegekende bevoegdheid gebonden aan de beginselen van behoorlijk bestuur.