HR, 13-07-2001, nr. 36 606
ECLI:NL:HR:2001:AB2683
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13-07-2001
- Zaaknummer
36 606
- LJN
AB2683
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2001:AB2683, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2001; (Cassatie)
- Vindplaatsen
V-N 2002/19.25 met annotatie van Redactie
Uitspraak 13‑07‑2001
Inhoudsindicatie
-
Partij(en)
Nr. 36.606
13 juli 2001
JV
gewezen op het beroep in cassatie van D h/o X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 23 augustus 2000, nr. P98/05308, betreffende na te melden naheffingsaanslag in de omzetbelasting.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is over het tijdvak maart 1998 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd ten bedrage van ƒ 177.846 aan enkelvoudige belasting, zonder verhoging, welke aanslag na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel van cassatie voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
3. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens en C.B. Bavinck, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.M. van Hooff, en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2001