FED 1994/708
Een bij de indiening van het aangiftebiljet gedaan verzoek om uitstel van betaling van een te hoge voorlopige aanslag is op één lijn te stellen met een verzoek om vermindering van die aanslag. Over het excessieve deel van die aanslag kan dan op grond van de Leidraad Invordering geen invorderingsrente worden geheven.
HR 21-09-1994, ECLI:NL:HR:1994:AA2938, m.nt. R.J. Koopman
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 september 1994
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
29 835
- Noot
R.J. Koopman
- LJN
AA2938
- JCDI
JCDI:ADS213656:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AA2938, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑09‑1994
- Wetingang
Art. 30a AWR
Essentie
Een bij de indiening van het aangiftebiljet gedaan verzoek om uitstel van betaling van een te hoge voorlopige aanslag is op één lijn te stellen met een verzoek om vermindering van die aanslag. Over het excessieve deel van die aanslag kan dan op grond van de Leidraad Invordering geen invorderingsrente worden geheven.
Uitspraak
Het geschil betrof op de voet van art. 30 van de Invorderingswet 1990 gegeven beschikking van de ontvanger der Rijksbelastingen inzake invorderingsrente.
Vaststaat:
1.1. Met dagtekening 30 mei 1991 is aan belanghebbende een voorlopige aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 1990 opgelegd ten bedrage ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.