FED 2001/471
Het buiten beschouwing laten van goodwill bij een eenmanszaak werkt discriminerend voor de waardering van 50% van de nagelaten aandelen in BV. Rechtsherstel dient aan de wetgever te worden overgelaten HOF ARNHEM OVERWOOG OMTRENT HET GESCHIL:
HR 14-07-2000, AA6513 (Uitspraak), m.nt. A. de Haan
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juli 2000
- Magistraten
Berge, van den; Korthals Altes; Zuurmond; Beukenhorst; Monné; Bavinck
- Zaaknummer
35059
- Noot
A. de Haan
- LJN
AA6513
- JCDI
JCDI:ADS234031:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Schenk- en erfbelasting (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6513, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑07‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA6513, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑07‑2000
Uitspraak, Hoge Raad, 14‑07‑2000
- Wetingang
Art. 21, vijfde lid Successiewet 1956
Essentie
Het buiten beschouwing laten van goodwill bij een eenmanszaak werkt discriminerend voor de waardering van 50% van de nagelaten aandelen in BV. Rechtsherstel dient aan de wetgever te worden overgelaten HOF ARNHEM OVERWOOG OMTRENT HET GESCHIL:
Samenvatting
Erflater overlijdt op 2 augustus 1995 waarbij hij 50% van de aandelen holding nalaat. Holding houdt 100% in supermarkt. De aandelen supermarkt worden op 10 januari 1996 verkocht aan een derde. De intentieverklaring hiertoe wordt getekend op 17 oktober 1995.
Door de inspecteur is bij de bepaling van de waarde in het economische verkeer van de aandelen holding terecht rekening ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.