HR, 19-12-1990, nr. 26 576

Documentgegevens:

HR 19-12-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4490, m.nt. P.den Boer

Instantie: Hoge Raad
Datum: 19 december 1990
Magistraten: Dijk, Van; Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond
Zaaknummer: 26 576
Noot: P.den Boer
LJN: ZC4490
JCDI: JCDI:ADS886822:1
Vakgebied(en): Fiscaal procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1990:ZC4490, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑1990
Wetingang: (Art. 16 en 18 AWR, art. 8, 9 en 17 Wet ARB; art. 45 Wet IB 1964; art. 6 EVRM)

Samenvatting

Termijn voor het opleggen van een navorderingsaanslag. Overschrijding van termijn voor indiening van vertoogschrift en conclusie van dupliek. Bewijsstukken waarvan een partij beweert dat zij onrechtmatig zijn verkregen. Gespecificeerd aanbod van tegenbewijs met getuigen ten onrechte gepasseerd. Indien een lijfrentetermijn voor de genieter winst uit onderneming vormt is dat geen reden de daarin begrepen rente en kosten in aftrek toe te laten. Plicht van de inspecteur om aan de belastingplichtige de gronden voor de verhoging in bijzonderheden mede te delen

Aan belanghebbende is een navorderingsaanslag opgelegd met een verhoging van 50% in verband met een ten onrechte bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.