BNB 1999/337
Reclamebelasting. Belastingplichtige voor verlichte reclameobjecten. Aanslag reeds voor einde tijdvak opgelegd
HR 09-07-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2801, m.nt. Van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 1999
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Beukenhorst; Monné; Kop
- Zaaknummer
34 168
- Noot
Van Leijenhorst
- LJN
AA2801
- JCDI
JCDI:ADS888033:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2801, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑1999
- Wetingang
Art. 227 Gemeentewet; Precariobelasting en reclamebelastingverordening Amsterdam 1995
Essentie
Reclamebelasting. Belastingplichtige voor verlichte reclameobjecten. Aanslag reeds voor einde tijdvak opgelegd
Samenvatting
Belanghebbende exploiteert in de gemeente verlichte vitrines waarin zij affiches met reclameboodschappen van derden toont. De Verordening bevat een bepaling waarbij ingeval een opschrift wordt aangebracht, in stand gehouden of verwijderd door een organisatie die zich ten behoeve van derden daarop toelegt, deze organisatie als belastingplichtige wordt aangewezen. Belanghebbende stelt dat deze bepaling onverbindend is.
HR: Het beroep op BNB 1992/166 gaat niet op. In dat geval kende de Verordening niet een bijzondere bepaling als de onderhavige. Het Hof heeft terecht geoordeeld dat deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.