BNB 1998/265
Deelnemingsvrijstelling; aandelen zonder nominale waarde
HR 11-03-1998, ECLI:NL:PHR:1998:AA2455, m.nt. A.H.M. Daniels
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 maart 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
30 936
- Conclusie
Plv. P-G mr. Van Soest
- Noot
A.H.M. Daniels
- LJN
AA2455
- JCDI
JCDI:ADS170753:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2455, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑03‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:AA2455, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑03‑1998
- Wetingang
Art. 13, zevende lid, tekst 1988, Wet Vpb. 1969
Essentie
Deelnemingsvrijstelling; aandelen zonder nominale waarde
Samenvatting
Indien buitenlands vennootschapsrecht afwijkt van het Nederlandse, is het voor de deelnemingsvrijstelling geldende formele criterium: de gerechtigdheid tot ten minste 5% van het nominale gestorte kapitaal, niet steeds zonder meer toepasbaar. Indien bijvoorbeeld, als in casu, in het toepasselijke buitenlandse recht de mogelijkheid bestaat tot uitgifte van aandelen zonder nominale waarde, dient te worden gezocht naar de grootheid of de grootheden in dat recht die het Nederlandse begrip nominaal kapitaal zoveel mogelijk benaderen. De wetgever heeft aandelen zonder nominale waarde niet willen uitsluiten van de deelnemingsvrijstelling, noch dit instituut voor buitenlandse participaties in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.