BNB 1996/128
Kantoorruimte in de woning. Omvangscriterium
HR 10-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1865
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 januari 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
30 648
- LJN
AA1865
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1865, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑01‑1996
- Wetingang
Art. 35, eerste lid, en 36, eerste lid letter b, Wet IB 1964
Essentie
Kantoorruimte in de woning. Omvangscriterium
Samenvatting
Belanghebbende, muziekleraar en dirigent van een koor, heeft in zijn woning een studeer-/werkkamer. Hij verricht daar werkzaamheden die voortvloeien uit zijn leraarschap en dirigentschap en houdt er zijn vaardigheid in het pianospel op peil. Als aftrekbare kosten heeft hij naast de kosten van de studeer-/werkkamer kosten van afschrijving op een vleugel, een viool, en een geluidsinstallatie opgevoerd.
HR: kantoorruimte in art. 36 heeft niet dezelfde betekenis als werkruimte in art. 35 (oud). Met kantoorruimte in de woning van de belastingplichtige is bedoeld een ruimte in die woning die blijkens de inrichting ervan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.